Uitbreiding deponie Maasvlakte
De huidige deponie VBM bereikt binnen afzienbare tijd haar vergunde vorm. Voor de continuïteit van de exploitatie is uitbreiding van de stortplaats in noordelijke richting noodzakelijk. Hiervoor is een uitbreidingsplan gemaakt en zijn aanpassingen aan het terrein van de slufterorganisatie noodzakelijk. De uitbereiding heeft een capaciteit van ca. 20 jaar stortactiviteit.
Aanpassingen aan de deponie
De huidige deponie wordt uitgebreid in noordelijke richting. De functie van de deponie is gelijk aan de huidige en omvat het opslaan van het immobilisaat en overige afvalstoffen. De oppervlakte van de uitbreiding bedraagt ca. 8 hectare en heeft een stortcapaciteit van ca. 3,7 miljoen m3. De opbouw van de uitbreiding bedraagt 4 compartimenten verdeeld over het beschikbare oppervlak. In de eerste uitbreidingsfase worden twee van de vier compartimenten aangelegd. De compartimenten worden omgeven door een (buiten)stortkade.
Onderafdichting
Ter voorkoming van uitloging naar de ondergrond of het grondwater wordt een combinatie-onderafdichting aangebracht.
Aansluiting huidige deponie
Conform wetgeving dient het huidige depot te worden afgedekt binnen 30 jaar na aanleg. Om deze reden is een afdichtingslaag van het bestaande talud nodig die tevens gaat functioneren als tussenafdichting tussen de huidig deponie en de toekomstige uitbreiding. Daarnaast wordt de bestaande onderdrainage van de compartimenten verlengd.
Percolaatafvoer
De percolaatafvoer van de uitbreiding wordt vergelijkbaar aan de percolaatafvoer van de huidige stortplaats. Percolaat wordt in de foliebak verzameld in een percolaatput. Vanuit deze put, wordt het percolaat met een pomp die buiten de bak staat, opgezogen en geperst (verpompt) naar de waterzuivering.
Controle en beheersysteem
In het ontwerp van de onderafdichtingsconstructie is een horizontaal controlesysteem (= signaleringslaag) opgenomen in de vorm van de controlelaag onder de minerale laag. Door monitoring van deze laag kan in een vroegtijdig stadium een eventueel falen van de onderafdichting worden gesignaleerd. Op de stortkades worden hiervoor signaleringsputten geplaatst. Om eventuele lekkages te signaleren, wordt onder de gemiddeld laagste grondwaterstand een grondwatercontrolesysteem aangelegd. Aanvullend aan het horizontale controlesysteem wordt een verticaal controlesysteem, in de vorm van peilbuizen, aangebracht zowel beneden als bovenstrooms van de stortplaats. De peilbuizen zijn bedoeld om de stijghoogte van het grondwater en de signalering van een eventueel falen van de onderafdichting te monitoren.